Ontologisch godsbewijs vanuit het absoluut,logische 'zijn' : Volgens Jozef, Maria, Bochenski zijn 'wetten' -dat zijn de eeuwige wetmatigheden van logica, wiskunde en andere- het enige 'absolute' zijn, terwijl al het overige daaraan contingentie moet zijn. En deze wetmatigheden gelden voor de wereld, door dat de structuur van de dingen ontstaat door een projectie van die eeuwige 'gedachte-wetten'. God of het absolute is dus niets anders of meer dan die absolute wetmatigheid zelf .(Bochenski: 'Wegen van wijsgerig denken'- Hoofdstuk 1) .